Lieve Mirre,
Één jaar was je, toen je zat te wachten totdat je moeder je kwam ophalen bij de kinderopvang. Waar bleef ze toch? Ze haalde je altijd op en samen gingen jullie dan naar huis. Je had een lieve moeder die vol in het leven stond. Ze was druk met studeren en de zorg voor jou. Het ontbrak je niet aan liefde en aandacht. Je ouders gingen vlak na jouw geboorte uit elkaar. Je vader zag je af en toe. Hij kwam dan naar het huis van je moeder om je te zien.
Op de dag dat je op je moeder moest wachten, gebeurde er iets vreselijks. Je vader en moeder kregen ruzie en zijn tijdens deze ruzie beide om het leven gekomen. Een tragische gebeurtenis waarvan je de gevolgen heel je leven met je mee zal moeten dragen.
Jij was die dag op de kinderopvang en was je van geen kwaad bewust. Pas toen alle kindjes werden opgehaald en jij als enige overbleef op de groep, toen begonnen de zorgen toe te nemen. Ook jij voelde dat er iets aan de hand was. Je werd huilerig, je was ontroostbaar en wilde niet eten. Oververmoeid ben je uiteindelijk in de avond opgehaald door je familie waar je de eerste dagen kon blijven.
Omdat je ouders niks hadden vastgelegd over mogelijke voogdij wanneer zij zouden overlijden, werd de Raad voor de Kinderbescherming betrokken om te onderzoeken bij wie je het beste zou kunnen opgroeien. Vanaf dat moment kwam ik in jouw leven. Er was namelijk een voorlopige voogdij uitgesproken, waarbij de GI de voogdij overneemt – in ieder geval totdat de Raad voor de Kinderbescherming het onderzoek heeft afgerond.
Je hebt veel familie om je heen die graag voor jou wil zorgen. De Raad voor de Kinderbescherming bepaalde dat je bij de zus van je moeder mag opgroeien.
Alleen de familie van jouw vader en de familie van jouw moeder kunnen niet goed met elkaar in gesprek en daarom was het nodig dat ik als jouw voogd bij jou betrokken bleef. Ik zou met jouw leven meekijken en beslissingen nemen waar nodig.
Ik heb je mogen zien opgroeien van baby naar dreumes, van dreumes naar peuter en van peuter naar kleuter. Ik heb je zien ontwikkelen op alle vlakken. En ik mocht je begeleiden in het verwerken van het verlies van je ouders. Telkens op een andere manier die paste bij de leeftijd die je op dat moment had. Het verhaal over je ouders heb ik samen met je therapeut geschreven. Ik heb het voor je voorgelezen terwijl je werd afgeleid met vingerschokjes. Dit is een manier van traumaverwerking. Hoe ouder je wordt, hoe beter je jouw situatie begint te begrijpen.
Maandelijks lopen wij hand in hand naar de voordeur van jouw tante. Samen bezoeken we dan de familie van je vader zodat je het contact met hen niet verliest. Samen zitten we dan een middag bij je tante thuis. Jij speelt met hen, krijgt cadeautjes en lekker eten. Zij laten jou foto’s zien van vroeger en vertellen je verhalen over de familie en je vader. Het liefste willen zij ook voor je zorgen maar zij leggen zich neer bij het besluit dat er is genomen.
We hebben vaak hand in hand gelopen, jij en ik. Je bent bij me in slaap gevallen en hebt mij veel vragen gesteld over je ouders, de situatie en ook over je familie. Nu ben je al wat ouder en ga je zonder mij naar hen toe. Je hebt mij steeds minder nodig maar ik blijf bij jou betrokken en ik zal altijd naast je blijven staan voor het geval dat je mij nodig hebt.
Samen hebben we veel ondernomen, meegemaakt en ik heb je zien opgroeien van een éénjarig meisje tot een vijfjarig meisje met een eigen willetje. Een persoon waar jouw ouders trots op zouden zijn. Ik hoop dat ik nog vele stappen met je mag zetten, dat ik je mag zien ontwikkelen tot een adolescent, en dat ik mag meemaken dat jij alle antwoorden kunt vinden op de vragen die je de aankomende jaren vast nog zal krijgen over je ouders.
Lieve Mirre, ik ben trots op jou.