Ik sta bij je aan de deur. Vandaag al voor de derde keer. Maar je bent niet thuis. Ik heb je gebeld en ik heb je gemaild. Dat is niet gelukt. Je neemt niet op en ik krijg geen reactie. Ik heb ook je voicemail ingesproken. Een beetje vaag, dat klopt. Want ik weet niet zeker of dit wel jouw nummer is. Ik heb je uiteindelijk zelfs een brief geschreven om aan te kondigen dat ik vandaag langs zou komen.
Toch ben je er niet. Wie er wel thuis is, is je dochter. Zij doet open met een stralende lach. Ze vertelt mij dat je er niet bent en dat ze ook niet weet wanneer je weer thuiskomt. Ze kijkt hierbij achterom, waardoor ik het idee heb dat je niet ver weg bent. Ik heb namelijk ook het idee dat jij je zevenjarige dochter echt niet zomaar alleen thuis zou laten. Zeker niet als je weet dat de jeugdbescherming komt. Dan had je haar wel meegenomen, toch?
Ik laat je dochter weten dat ik je graag wil spreken. Dat ik een brief bij me heb en of ze deze aan jou wil geven. Het meisje zegt toe, en daarmee ga ik weg.
In deze brief heb ik geschreven dat ik jouw nieuwe jeugdbeschermer ben. Dat ik er niet voor gekozen heb om de negende te zijn, maar dat dit wel zo is. Dat ik graag samen een plan wil maken om tot het einde van de ondertoezichtstelling te komen. Want, zo heb ik in het dossier gelezen, er gaan dingen goed, maar er moeten nog een aantal zaken beter. Dus als je een plan wil maken, dan hoor ik je graag.
De volgende dag hang je aan de telefoon met de vraag of het echt mogelijk is om te werken naar een einde ondertoezichtstelling: ‘deze duren toch altijd tot 18 jaar?’ Je wil dit het liefste doen met jouw eerste jeugdbeschermer, maar die werkt niet meer bij ons. Dit laat ik je ook weten. Daarop maken we een afspraak.
Ik ga op huisbezoek en je vertelt me dat je de vorige keer achter de bank lag. Hoewel dit niet de bedoeling is, moet ik er smakelijk om lachen. Je snapt zelf ook dat dit geen onderdeel van het plan kan zijn, dus gaan we samen zitten en maken we een nieuw plan. Eerlijk zijn, vertrouwen hebben en zorgen voor jouw dochter. Langzaamaan groeit het vertrouwen en zie ik jou opbloeien. Ook het vertrouwen in jezelf neemt toe. Je gaat steeds meer vertellen, wat maakt dat DJGB ook steeds meer vertrouwen in jou heeft.
Na negen maanden besluit DJGB de ondertoezichtstelling niet te verlengen. Na de toetsing kom ik langs om afscheid te nemen. Samen nemen we de brief van de toetsing door. Hierin staat de beslissing van de Raad voor de Kinderbescherming met betrekking tot het niet verlengen van de ondertoezichtstelling, en de afspraken die gemaakt zijn. We bespreken ook nog een keer wat je kan doen als je weer hulp nodig zou hebben. Op jouw beurt haalt jij er een brief uit een doos bij. Deze blijkt afkomstig van jouw eerste jeugdbeschermer, van zes jaar terug, die eigenlijk precies zegt wat je moest doen voor een einde ondertoezichtstelling: eerlijk zijn, vertrouwen hebben in jezelf, de jeugdbeschermer binnen laten en goed zijn voor jouw dochter.
De cirkel is rond.